Tweede helft van het jaar 1988 stond ik tussen de ICT afdelingen van de Nederlandse Aardoliemaatschappij en de afdeling Petroleum Technical support temidden van de PDP-11’s, de VAX-unix en eerste PC’s. Ik was custodian ICT, deed het bijwerken van de documentatie en schreef justificaties voor het aanvragen van hard en software. Ik verwerkte wireline data, maakte presentaties en printte alle e-mails die door het hoofdkantoor aan Assen werden gestuurd voor de PTS afdeling. Ik beheerde die mailbox, die verder nog niemand had. Ik was me bewust van het feit dat je nog heel veel geduld moest hebben om de PC te laten doen wat je in je hoofd had. Ik bekeek programma’s die op rekenmachines draaiden en die plaatste ik in een enorme boomstructuur, zodat de programma regels (de kennis en het algoritme) niet verloren zou gaan.

Het was de tijd dat David Ritchie al bijna 20 jaar bezig was met het ontwikkelen van UNIX en zo genoeg had van Assembly en Machinetaal dat hij de programmeer-taal C uitvond samen met zijn vriend Ken Thompson beide werkend bij Bell Labs. Ik had toen al de programmeerschuren van Fokker Aircraft (besturing van vliegtuigen)  en Philips Telecommunicatie en Data Systemen Nederland (telefooncentrale hardware en software) van binnen gezien en was afgestudeerd op een simulatie model van de goederenlogistiek van Fokker Aircraft en ik had bewezen dat je met 1 magazijn met 1 uitgifte en inname loket beide vliegtuigen zou kunnen beleveren, wat uiteindelijk de logistiek prijs nederland zou opleveren voor Fokker. Een project van zo’n 5 jaar buffelen waar vele mensen aan werkten en waar ik een klein aandeeltje aan mocht leveren.

Een week na Steve Jobs is deze legende met minder bekendheid heengegaan. Ik vind dat we hem op deze wijze nog eens mogen bedanken.